Goed. We hebben allemaal de beschamende gang van zaken rond de toeslagenaffaire en het kaltstellen van Pieter Omtzigt kunnen of moeten volgen. De benadeelde ouders zijn op het moment van schrijven (3 mei 2021) nog steeds niet gecompenseerd, of in ieder geval niet allemaal. Achterlijk, het is mijns inziens een druk op de knop gewoon, per BSN een keer een vingertop op die knop. Het zal wel een keer opgelost worden, maar waarschijnlijk niet meer onder dit demissionaire kabinet. Helaas, het functioneert niet meer en dat ligt niet zozeer aan dit kabinet als wel aan het systeem. De wereld verandert, maar het systeem is en blijft onbuigzaam en weerbarstig en wordt door een kleine groep angstvallig op die manier in stand gehouden.
Het politieke landschap móet anders ingericht worden. Je kunt het Koningshuis en de Eerste Kamer zó opheffen: men vervult geen enkele nuttige functie meer en ze kosten wel veel geld, óf ze worden bespeeld door het Groote Orkest der Lobbyisten. Kortom, wég ermee. Functioneel gezien zullen ze door niemand gemist worden. De Eerste Kamer is geen afspiegeling van de maatschappij en als de Koning zijn vliegbrevet wil houden, solliciteert hij maar als captain bij een prijsvechter, zodat hij gewoon kan worden ingeroosterd. Kunnen we meteen dat regeringsvliegtuig afschaffen: er staan genoeg vliegmachines aan de grond.
Een systeemwijziging vereist wel – ook los van die afschaffingen – dat de serieuze politieke partijen een poortwachtersfunctie gaan vervullen:
Bij de ingang moet veel en veel strenger geselecteerd worden. Lid worden en meebetalen is OK, functie(s) uitoefenen alleen na diepgaande screening, bij onkreukbaarheid en bij de juiste mentaliteit.
Ministers en leden van de Tweede Kamer, maar ook op het niveau van Provincie en Gemeente, moeten gasten ‘met ballen’ worden. Échte volksvertegenwoordigers! Met oog en inzet voor de belangrijke zaken in het leven zoals gezondheid (zonder gezondheid heb je verder niets nodig) dus ook milieu, kunst & cultuur, een sociale samenleving en – ja – economie natuurlijk.
Dit alles zonder beïnvloed te worden door het grootkapitaal, de multinationals die op dit moment zelfs bepalen wat u en ik vanavond eten of drinken, waarmee wij ons wassen en wat wij dénken dat gezond is of wat ons geneest.
Ik – en met mij vele anderen – wil geen lijmers in de Tweede Kamer, geen mensen die hun dossiers niet kennen, of alleen maar uit zijn op het politiek gewin scoren over de rug van een ander. Wég met al die slapjanussen die uur na uur blijven doorjanken over iets dat ze drie jaar eerder zelf ook niet gesignaleerd hebben, of dat ze zelf nog mede-veroorzaakt hebben. Echt waar, die vloer van de Tweede Kamer moet spekglad zijn van alle gesmolten boter op de hoofden van salonsocialisten, van racisten en fascisten en godsdienstwaanzinnigen. Wát een stel jankerds! En dat met een inkomen – een schadeloosstelling heet dat – van ruim een ton euro’s per jaar, exclusief toeslagen. Dóe je werk dan goed! Dat is wel het minste dat wij mogen eisen.
Tussendoor: vroeger, nog met Femke, vond ik Groen Links wel wat. Tegenwoordig met dat joch dat constant met z’n handen in z’n broekzakken met Rutte staat te flirten, ben ik er wel klaar mee. Iets dergelijks gaat op voor de PvdD met dat kauwgombekkie. Over de ultrarechtse kliekjes (of kliertjes) ga ik het niet eens hebben en dat stel overjarige anti-vaxxers van de gereformeerden kan wat mij betreft ook verbannen worden. Maar goed, dat zijn waardeoordelen, de mijne welteverstaan.
Dan over die poortwachtersfunctie van de serieuze partijen:
Men is nu als een kind zo blij als er eens iemand bij komt die wel boven het maaiveld uitsteekt, om wat voor reden dan ook. Dat wil nog niet zeggen dat zo iemand geschikt is als bestuurder of volksvertegenwoordiger, of als voorzitter van de Tweede Kamer. Het is – of het lijkt – alsof functies worden toegekend zoals na afloop van de politieke loopbaan, namelijk op basis van gunning. Of zo iemand inhoudelijk sterk is en in zijn of haar schoenen staat, is kennelijk van ondergeschikt belang. Liever iemand die debatten ‘wint’, zo lijkt het.
Het opzoeken en opnoemen van al die baantjesjagers voert mij te ver, maar er zijn voorbeelden te over van ‘beroepsvoorzitters’ die telkens weer ergens anders opduiken om daar de boel af te breken, bij voorkeur in een NGO alwaar zij via het old boys network worden geparachuteerd.
Inzake de Tweede Kamer durf ik wel te stellen dat het aantal plucheklevers daar gehalveerd kan worden, de meeste zitten er toch maar voor de vorm. Liever een beperkt stel ballenbijters in de Kamer met wat meer technische back-up buiten beeld, dan de huidige samenstelling waarin we bij – ja hoor, daar is-ie – brisante onderwerpen toch alleen wat ruziënde fractievoorzitters aan de microfoon zien.
Maak dan meteen de zetelverdeling evenwichtiger en laat niet de kleinere partijen vermorzelen door de schaalgrootte van de andere. Misschien is 5 tot 10 zetels per partij wel voldoende voor een zinvolle discussie? Eens kijken of dan het animo om in de Tweede Kamer te gaan plakken nog steeds zo groot is.
Gewoon meer werk doen, als échte volksvertegenwoordigers en minder campagne voeren in werktijd. Echt waar, altijd maar weer achteraf vertellen dat het anders had gemoeten wordt zo ontzéttend sleets en ronduit vervelend. Sla nu eens écht een deuk in een pakje harde boter en laat je niet muilkorven door je partijbestuur. Graaf diep en blijf vragen. Verberg je niet achter een legertje woordvoerders. Word een Pieter!
Tot slot.
Het land móet niet via social media geregeerd worden. Je hóeft geen imitatie van Trump weg te geven. Stop met dat eeuwige getwitter en kap met het publiceren van halve romans op je Facebookpagina. Je hebt er geen tijd voor!
Bereid je gewoon goed voor en ga de discussie aan in de Kamer, in het Provinciehuis, in het Gemeentehuis en op straat. Volksvertegenwoordigers zijn er voor het volk en niet andersom.